-
1 code
n. code, codering; (in computers) tekencode; originele code, source; een doorlopende stroom van gecompileerde, uitvoerbare programmatuur door de computer--------v. coderencode1[ kood] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 wetboek♦voorbeelden:moral code • zedenwet————————code2〈 werkwoord〉 -
2 coding
n. codificatie, codificeren (in codeschrift overbrengen); verandering van varianten (in de statistiek)
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский